Galicië
We gaan op reis. Naar Galicia. Galicië dus. Om te genieten van het lekkerste eten van Spanje. Nee, niet van Spanje, nee. Van de wereld, volgens Javier. Mijn belangstelling is gewekt. Echt? Echt! Hoe kan dat? We zijn nog niet vertrokken of m´n zintuigen staan al op scherp.
Galicië op de kaart
Eerst een kleine introductie zodat we wat houvast hebben qua locatie en gebied. Galicië is één van de 17 autonome deelstaten die Spanje kent. Opgedeeld in vier provincies: La Coruña, Lugo, Orense en Pontevedra. Het bekende pelgrimsoord Santiago de Compostela is de administratieve hoofdstad. In het zuiden grenst Galicië aan Portugal, in het westen aan de Atlantische Oceaan en in het Noorden aan de Cantabrische Zee (Mar Cantabrico).
Kreeft en kreeft
En hoewel er bijvoorbeeld in Schotland ook heerlijke kreeft uit zee komt, is het toch niet hetzelfde. Qué va! Mag een kreeft in Schotland misschien 25 euro kosten, in Galicia kost ie er 100. Oh, dus het wordt erg duur om er te eten? No, no, no, al contrario. In tegendeel. Ja, als je gaat eten waar de toeristen gaan eten. Maar daar gaan wij dus niet eten. We gaan naar de lelijkste restaurants, waar afzichtelijke tafeltjes worden voorzien van papieren tafelkleed aan de rol, peertjes ter verlichting aan het plafond hangen en waar men wars is van welke decoratie dan ook. Oh. Daar waar de Gallegos zélf gaan eten. Aha.
Kreeft uit Galicië
Maar waaróm is die kreeft dan zoveel beter dan elders? Dat komt door de unieke omstandigheden waarin de kreeft groeit. In de zeearmen genaamd Rías Baixas, heerst een uniek ecosysteem, dat nergens anders te vinden is. De zeebodem is anders. Het plankton is anders. De lichtinval. De Gallegos zullen me er vanalles over kunnen vertellen. Hoe de kreeft die zíj vangen, alleen komt uit dat gedeelte van de Ría waar het water rondom de rotsen stroomt en dat juist dat ervoor zorgt dat die kreeft zich constant schrap moet zetten waardoor hij lekker in vorm blijft. Of zoiets. Ik hoor het ze al vertellen.
Als we ze aan het praten krijgen tenminste.
Gallegos
Ze zijn nogal gesloten, die Gallegos. Galicië is opgedeeld in enorm veel dorpen en gehuchten die elk een kleine gemeenschap vormen. En omdat de Gallegos zich niet altijd aan de wet houden wanneer het gaat om visserij, jacht en drankstokerij, houden ze sommige dingen liever voor zichzelf.
Galicisch
En als ze al openheid geven, in het Galicisch, is het maar de vraag of ik het versta. Versta jij het, vraag ik Javier. Ja, hij wel. En ik? Nee. Waarschijnlijk niet. Ik versta toch ook geen Portugees en daar lijkt het qua klank wel op. En op schrift? Ik geef niet zomaar op. Mogelijk dat ik er dan iets van begrijp.
Hoe dan ook, ik heb er zin in.
Pulpo a la gallega
We gaan pulpo a la gallega (inktvis op z´n galicisch) eten, de grootsten die er te vinden zijn. Vers gevangen, worden ze op hoog vuur gekookt in koperen ketels en door de die-hards met hun handen -vol met blaren!- eruit geschept. Met één hand knippen ze de inktvis in stukjes en met de andere ontvangen en tellen ze het geld dat ze in hun schort stoppen. Trapalleros. Je zou ze geen stuiver geven, maar schijn bedriegt. Ze voorzien prima in hun natje en hun droogje. Geven alleen niks om luxe of opsmuk.
Buey de mar
Nog zo´n sterproduct uit Galicië. Heb jij vast nog nooit gegeten, beweert Javier. Is dat niet hetzelfde als die grote rode krabben uit Normandië, vraag ik. Een smalende toon valt mij ten deel en er komt een uitleg middels de vergelijking tussen een Renault Clio en een Ford Mustang. Okay, made your point. Kom maar op dan met die buey de mar.
En ik zie uit naar de wijnen
Rías Bajas –Rías Baixas op z´n Galicisch want de Spaanse ´j´ wordt altijd een ´x´- is een Denominación de Origen, d.w.z. een kwaliteitsgarantie. Wars van grootschaligheid, gaan we lekker ontdekken en proeven in een streek die opgedeeld is in allemaal mini producenten en kleine oplagen.
Wordt vervolgd.